|
||||||||
Ik denk niet meteen dat de gasten van Sväng nog veel voorstelling behoeven, althans niet bij mensen die de folk- en wereldmuziek een beetje volgen. Hun absoluut unieke samenstelling en hun originele aanpak bracht het harmonica spelend viertal uit Finland in de loop der jaren een flink stuk van de wereld rond, met inbegrip van Japan, China en Mexico en ook hier bij ons waren ze, niet eens zo heel lang geleden, nog te zien en horen in menig Cultureel Centrum en deden ze een paar festivalpodia aan. De vier mannen ontmoetten elkaar in 2003 aan de meer dan gerenommeerde Sibelius-muziekacademie van Helsinki en sinds de oprichting van de band -dat was eigenlijk een beetje een uit de hand gelopen afstudeerproject dat een half uur moest duren-, bleef de bezetting ongewijzigd, wat meteen verklaart hoezeer en waarom de vier elkaar zo feilloos aanvoelen dat ze nu al acht platen lang hun weg maken en van bekroning naar nominatie zeilen. In hun platenwerk bogen de vier zich al over het oeuvre van Sibelius en dat van Chopin, maar daarnaast speelden ze folkwijsjes uit zowat heel Europa en combineerden ze die met zelfgeschreven nummers, zodat ze een waaier van mogelijkheden uitbouwden, waaruit ze voor hun live-concerten naar hartenlust kunnen kiezen en zodoende variëren tot elk concert uitgroeit tot een lust voor oor én oog, want de mannen beschikken ook over een flink gevoel voor humor. Voor hun nieuwe plaat besloten ze zich helemaal op de eigen Finse traditie te concentreren. Eigenlijk moest ik hier de meervoudsvorm “tradities” hanteren, want, de geschiedenis en de ligging van Finland indachtig, begrijpen we volkomen waarom er zoveel verschillende genres aan bod komen: het land heeft in de loop der tijden onder velerlei invloeden gestaan en het is geweten dat kunst in het algemeen en muziek in het bijzonder, daarvan blijven getuigen. Van de klassieke stijl als de Runo zangtraditie, over de Kantele- en Jouhikko varianten, tot de veelzijdige virtuositeit van de hedendaagse Pelimanni-generatie…het komt op deze plaat allemaal aan bod en het is helemaal Sväng: er is respect voor de tradities, maar alles krijgt wel de typerende behandeling. Zo kan het dus dat wat oorspronkelijk een duo voor fiddle en harmonium was, zoals de klassieke folk-opener “Vanha Jatsi”, hier omgetoverd wordt tot een ultra-dansbaar nummer dat gisteren geschreven lijkt. De speciale regio Karelië, bekend vanwege de typerende vrouwenstemmen en geprangd tussen Finland en Rusland, komt aan bod in de heerlijke potpourri “Pajod”, de Romacultuur wordt geëerd met “Minā yksen kuljan”, er is polka en Scottisch en er is vooral opnieuw Karelië in wat voor mij het hoogtepunt van de plaat is. “Kirkonkellot ja maanitus” cobineert een imitatie van het geluid van kerkklokken en kantele, zoals die heel lang geleden in Karelië gespeeld werd. Op die manier krijg je dus een erg gevarieerde plaat, waarvan ik met opzet de kadril voor het laatst bewaard heb. Die lijkt op dat wij hier onder die naam kennen, maar is in Finland sinds de jaren ’80 van vorige eeuw een waarlijke hit, waarop zowat elk volksfeest gebouwd is. Zoals we weten, kennen de Finnen wel wat van feesten, dansen en drinken en met afsluiter “Katrillia, Pilkkua ja Wappua” is een voorbeeld van zo’n (reeks) groepsdans(en), die op folkbals tot wel anderhalf uur kunnen duren. Een mens zou voor minder een uitstapje naar Finland overwegen. Sväng was al langer een huis van vertrouwen en met deze nieuwe plaat bevestigen ze nog maar eens waarom dat zo is. Geweldige plaat alweer! (Dani Heyvaert)
|
||||||||
|
||||||||